Slechts 1 op 10 Gentse bewakingscamera’s wettelijk in orde

De eerste cameraspotting is achter de rug. De opkomst was niet overweldigend, maar dat werd meer dan ruimschoots goed gemaakt door het enthousiasme waarmee de cameraspotters de Gentse binnenstad introkken om er de bewakingscamera’s in kaart te brengen.

Met meer dan honderd camera’s gespot op een goed uur tijd (en dan nog alleen in een deel van het centrum), is het alvast duidelijk dat Gent geen uitzondering vormt op de wildgroei aan camera’s in de openbare ruimte. Een vaststelling waar wel niemand van achterover zal vallen.

Slechts één op tien camera’s wettelijk in orde

Wél zeer opvallend is de vaststelling dat van de gespotte bewakingscamera’s slechts tien procent (inderdaad: één op de tien!) werd aangeduid met een pictogram. Nochtans is een dergelijk pictogram verplicht door de Camerawet en heeft de Privacycommissie recent nog duidelijk gemaakt dat alle camera’s voor 10 juni 2010 moesten aangegeven zijn én in overeenstemming gebracht worden met de Camerawet. Wat dus overduidelijk niet het geval is.

Die vaststelling komt (voor een deeltje) overeen met wat de Gentse politiecommissaris Manuel Múgica Gonzalez een paar weken geleden in Het Nieuwsblad verklaarde. Daar doet hij een raming dat er in Gent twee- tot driemaal meer camera’s zijn dan tot nog toe zijn aangegeven. Dat klinkt misschien aannemelijk; alleen moeten ze bij de politie toch wat beter leren rekenen.  Even citeren: “In Gent zijn al 355 camera’s aangegeven. We weten dat er in de Veldstraat aan 25 winkels camera’s zijn aangebracht. Daarvan is er één aangegeven. Ook in de Overpoort, waar bijna elke zaak een bewakingscamera heeft, is er maar één aangegeven.”

Als slechts 1 op de 25 camera’s in de Veldstraat en een vergelijkbaar aantal in de Overpoortstraat aangegeven zijn, dan vragen we ons af waar de politiecommissaris zijn schatting vandaan haalt dat er twee- tot driemaal zoveel camera’s zouden staan als aangegeven. De resultaten van de cameraspotting zullen dan wel dichter bij de realiteit staan, namelijk dat 1 op 10 camera’s wettelijk niet in orde is. Wat overigens zelfs ons verrast heeft.

En nu?

Dit betekent in eerste instantie dat de Privacycommissie nog een heleboel werk voor de boeg heeft, om te zorgen dat de Camerawet ook effectief nageleefd wordt. Wat ben je immers met een wet waar nauwelijks iemand zich iets van aantrekt en waar overtredingen oogluikend door de vingers gezien worden. Terwijl het net de bedoeling van de Camerawet was om de wildgroei aan camera’s te regulariseren. Tenminste, dat was het verhaaltje dat rond het ontstaan van de wet geweven werd.

Tegelijkertijd bevestigen bevindingen als deze nog eens wat we hier al eerder schreven, namelijk dat de Camerawet eigenlijk een maat voor niets is. Ze biedt geen enkele extra bescherming voor de privacy en zet al helemaal niet aan om bedachtzamer om te springen met het installeren van bewakingscamera’s. De Privacycommissie kan immers enkel de aanvragen registreren, laat staan dat ze kritische kanttekeningen kan plaatsen bij weer eens een nieuwe camera. En nu blijkt dus ook nog eens dat de wet in slechts 1 op de 10 gevallen ook effectief toegepast wordt.

Daarmee bereikt de wet net het omgekeerde van wat ze pretendeert. Dat maakt van de Camerawet een miskleun die het gebruik van camerabewaking enkel verder banaliseert in plaats van ze af te remmen. Terwijl er op zijn zachtst gezegd een heleboel vraagtekens bij het gebruik van bewakingscamera’s te plaatsen zijn.