De toekomst volgens google

Het was een kort berichtje op een aantal cultuurpagina’s. Regisseur Michael London zou plannen hebben voor een  film over internetgigant google. De film zou vooral focussen op “de strenge ethische principes van oprichters Larry Page en Sergey Brin en hoe die onder druk komen te staan door de explosieve groei van hun bedrijf.”

We veronderstellen dat de regisseur zijn licht hiervoor wel zal kunnen opsteken bij Eric Schmidt, huidige ceo van google. De man is een onuitputtelijke bron van inspiratie als het over ethische principes gaat en vooral over hoe je die onder druk kan zetten. Want als je zijn uitspraken hoort en leest, dan kan je niet anders dan denken dat google er niet meer of minder dan een totalitair toekomstbeeld op na houdt.

Wat moeten we anders denken van wat Schmidt onlangs zei tegenover een journalist van de Wall Street Journal?

“I actually think most people don’t want Google to answer their questions. They want Google to tell them what they should be doing next.”

“Let’s say you’re walking down the street. Because of the info Google has collected about you, we know roughly who you are, roughly what you care about, roughly who your friends are. Google also knows, to within a foot, where you are.”

En het wordt nog “beter”.

“The power of individual targeting—the technology will be so good it will be very hard for people to watch or consume something that has not in some sense been tailored for them.”

Met google en co komt de permanent gecontroleerde consument stap voor stap dichterbij. Goed nieuws voor google, voor andere bedrijven, voor investeerders en voor marketeers. Maar ons klinkt het beangstigend in de oren, ook al presenteert google zich hierbij als de behulpzame vriend die ons toch alleen maar op de goeie weg wil zetten. Alleen is die goeie weg enkel de weg die google voor ons uitstippelt, dus niet per se onze weg.

Wat google doet, is niet langer “big brother is watching you” (daarvoor hebben we bewakingscamera’s). Het lijkt er meer op dat “big brother is taking notes”. En die notities worden allemaal opgeslagen en geanalyseerd. Niet met de bedoeling om ons het leven aangenamer te maken. Dat is slechts de verpakking en als het effectief gebeurt, dan is dat niet meer dan een mooi meegenomen neveneffect. Wel met de bedoeling om ons gedrag te sturen, in de hoop van meer winst te maken.

Als onderweg onze privacy gesneuveld is, dan is ook dat voor Eric Schmidt geen punt. Een tijdje geleden had de man onze privacy immers al dood verklaard, onder het motto: “Als je iets hebt waarvan je niet wil dat anderen het weten, dan moet je het misschien in de eerste plek niet doen.” Privacy dus als iets wat enkel misdadigers en viespeuken nodig hebben.

Maar voor wie dan toch iets zou gedaan hebben waaraan hij liever niet de rest van zijn leven herinnerd wordt, biedt Schmidt in de Wall Street Journal nu een originele oplossing. Daarin voorspelt hij dat jonge mensen ooit de kans zullen krijgen om hun naam te veranderen om te ontsnappen aan beschamende foto’s en filmpjes van hen op sociale netwerksites als Facebook of op YouTube. Met andere woorden, de enige manier die Schmidt nog ziet om aan google en co te ontsnappen is een nieuwe identiteit aannemen. Wie weet denken ze er bij google nu al aan om ook dat in hun aanbod op te nemen.

Wat al die uitspraken van ceo Schmidt vooral doen, is nog meer kracht geven aan de waarschuwing van internet pionier Tim Berners-Lee. Die noemde big brother de volgende grote bedreiging voor het internet. Hij voegde er aan toe dat het ook anders kan.

“Ik vind het erg belangrijk dat mijn provider mij toegang biedt tot internet zoals het waterbedrijf mij water levert. Het bepaalt niet welke websites ik bekijk, het legt niet vast welke ik bezoek. Mijn surfgedrag is van mij en daar blijven ze van af. Als ze er iets mee willen, moeten ze mij daar toestemming voor vragen.”

Het wordt tijd dat google en co eens een praatje doen met Berners-Lee.