Antiterreurbeleid bedreigt onze rechten en vrijheden

In een uitgebreid rapport waarschuwt Amnesty International voor de kwalijke gevolgen van veel antiterreurmaatregelen die de afgelopen twee jaar in verschillende Europese landen werden genomen. Ook België krijgt een serieuze veeg uit de pan.

“In het kielzog van een reeks afschuwelijke aanslagen op Europese bodem hebben regeringen aan grote snelheid een resem buitenproportionele en discriminerende wetten ingevoerd,” zegt John Dalhuisen, Amnesty’s directeur voor regio Europa. “De meeste van deze antiterrorismemaatregelen zijn elk op zich al verontrustend genoeg, maar wanneer we ze samen bekijken, doemt een schrikbeeld op waarbij vrijheden die al lang vanzelfsprekend waren, vernietigd worden.”

Het zeventig pagina’s tellende rapport Dangerously disproportionate: The ever-expanding national security in Europe beschrijft hoe antiterreurmaatregelen doorheen heel Europa “de rechtsorde hebben aangetast, de uitvoerende macht uitgebreid, het rechterlijk toezicht ingeperkt, de vrijheid van meningsuiting beperkt en mensen blootgesteld aan ongecontroleerde massa-surveillance door de overheid”. Vooral personen met een andere nationaliteit en etnische en religieuze minderheden worden daardoor getroffen.

België is in hetzelfde bedje ziek

Amnesty onderzocht in totaal acht thema’s, vier ervan zijn volgens de mensenrechtenorganisatie ook in België problematisch. Zo vindt Amnesty dat de nieuwe wetgeving rond het aanzetten tot terrorisme de vrijheid van meningsuiting inperkt. De nieuwe wetgeving bepaalt dat niet langer moet aangetoond worden dat de uitspraak effectief het risico op een terrorismegerelateerde daad vergroot. Nieuwe, meer verregaande voorstellen willen zelfs apologie of het verheerlijken van terrorisme strafbaar maken. “Wij keuren dergelijke uitspraken uiteraard af, maar vinden het beter daar anders tegen op te treden”, zegt Wies De Graeve, directeur van Amnesty International Vlaanderen.

Een ander voorbeeld is de invoering van de ‘dynamische databank’ van terreurverdachten, die in België gedeeld wordt door meerdere veiligheidsdiensten, en een uitzondering kreeg op de gebruikelijke privacy- en databeheerwetten. “Voor betrokken individuen is het niet mogelijk om rechtstreeks te verifiëren of ze opgelijst werden, correcties of verwijdering te vragen”, bekritiseert Amnesty. “Deze wet is op enkele weken door het parlement gejaagd.” Dat haast- en spoedwerk is bovendien een probleem dat voor meer maatregelen geldt. Op die manier krijg je niet alleen slordige wetgeving, maar wordt ook het democratisch debat buiten spel gezet.

Ook de dataretentiewet komt in het rapport aan bod. Amnesty International noemt het terecht een ontoelaatbare aantasting van het recht op privacy, die in een recent vonnis van het EU Hof van Justitie nog veroordeeld werd. Niet alleen België maar veel EU-lidstaten springen overigens veel te los om met dergelijke willekeurige massa-observatie. “Mensen worden meer dan ooit gemonitord. Recente wetgeving geven bv de Britse overheid vergaande surveillance-bevoegdheden in binnen- en buitenland. Over deze grensoverschrijdende trends moet iedereen bezorgd zijn.”

Tweederangsburgers

Verdachten dreigen in België ook minder verweermiddelen te krijgen als ze worden opgepakt. Zo onderzoekt het parlement een voorstel tot Grondwetswijziging zodat de maximale duur van voorhechtenis uitgebreid wordt van 24 naar 72 uur. Aanvankelijk bedoeld voor terreurverdachten riskeert het principe nu op alle verdachten te worden toegepast.

Amnesty waarschuwt dat het recht op bijstand door een advocaat, een grondbeginsel van ons recht, dan uitgesteld kan worden tot aan het einde van deze periode. “Deze verandering zou leiden tot een substantiële verzwakking van de grondwettelijke bescherming voor alle verdachten, ongeacht de ernst van de feiten. De Belgische overheid moet de effectieve toegang tot een raadsman garanderen van bij het begin van de voorhechtenis.”

Evenmin heeft Amnesty het begrepen op het gemak waarmee België, zoals andere lidstaten, verdachte burgers de (dubbele) nationaliteit ontneemt. Sinds 2009 is dit vier keer gebeurd, en er zouden nog minstens drie zaken hangende zijn. De zware en uitzonderlijke maatregel kan losser worden toegepast sinds een amendement uit 2015 dit mogelijk maakt voor terreurveroordeelden met straffen boven de vijf jaar. “Het aannemen (van dit amendement) zorgt voor aanzienlijke bezorgdheid dat België een ‘burgerschap met twee snelheden’ invoert, waarbij Belgen van Noord-Afrikaanse origine (waarvan velen dubbele nationaliteit hebben) “tweederangs-” of “voorwaardelijke” burgers worden.

In het rapport komen verder ook nog hangende wetsvoorstellen, van Vlaams Belang en MR, en een veiligheidsprogrammapunt van de N-VA om het ‘verheerlijken van terrorisme’ strafbaar te stellen aan bod. Deze bedreigen volgens Amnesty zelfs het “recht op vrijheid van meningsuiting in België”. Julia Hall, mensenrechtenexperte van Amnesty International, maakt zich mede daarom zorgen over de evolutie in het publiek recht. “De staat mag nooit meningen beknotten, tenzij de uitlating aanzet tot direct geweld.”

Een Europese trend

In het rapport komen naast België nog 13 andere EU-lidstaten aan bod. De algemene vaststelling is dat er over de hele lijn wettelijke initiatieven werden genomen die niet in verhouding zijn tot het gestelde probleem. Een deel van deze wetten werd al ingevoerd voor de aanslagen van Parijs in 2015, maar het is vooral na de aanslag tegen Charlie Hebdo dat zware wettelijke aanpassingen zijn gebeurd.  “Amnesty International betwist geenszins dat maatregelen nodig waren, maar stelt vast dat men veel te ver is gegaan, zowel wat de maatregelen zelf betreft als de manier waarop ze tot stand kwamen.”

Amnesty: “Europese overheden gebruiken antiterreurmaatregelen om buitensporige bevoegdheden te consolideren, bepaalde groepen te discrimineren en mensenrechten te ontmantelen. We riskeren een maatschappij te creëren waarin vrijheid een uitzondering wordt en angst de regel.”

Fundamentele rechten worden ontmanteld

In het rapport verzamelde Amnesty International de meest frappante vaststellingen uit de stortvloed aan wetten en wetswijzigingen die fundamentele vrijheden en mensenrechten ontmantelen.

  • Grondwetswijzigingen en nieuwe wetgeving maken het in verschillende landen gemakkelijker om een ​​formele noodtoestand uit te roepen of ​​om bijzondere bevoegdheden toe te kennen aan veiligheids- en inlichtingendiensten, vaak met weinig of geen rechterlijk toezicht.
  • Verschillende EU-landen hebben wetten ingevoerd die willekeurige massasurveillance toelaten door uitzonderlijke bevoegdheden toe te kennen aan veiligheids- en inlichtingendiensten om persoonlijke communicatie te onderscheppen, bewaren en in te kijken.
  • Doelgerichte surveillance zonder juridisch toezicht werd eveneens enorm uitgebreid.
  • Mensen kunnen tegenwoordig vervolgd worden voor daden die nog ver verwijderd zijn van werkelijk strafbaar gedrag. Een soort moderne versie van Orwells “thought crime”.
  • Antiterreurmaatregelen leggen steeds meer de nadruk op preventie en overheden doen meer en meer een beroep op administratieve bevoegdheden om de vrijheid van beweging en andere rechten te beperken. Zo ontstaat het concept van een ‘pre-misdrijf’.
  • Nieuwe machthebbers viseren vaak migranten, vluchtelingen, mensenrechtenverdedigers, activisten en minderheidsgroepen. Vage terreurwetten worden regelmatig misbruikt om deze groepen te treffen.

Mensenrechten en veiligheid sluiten elkaar niet uit

“België is niet immuun voor de Europese trend”, zegt Wies De Graeve. “We zien dit rapport als een waarschuwing om niet verder af te glijden. De overheid moet goed de impact nagaan van het beleid, ook van toekomstige maatregelen. Het volstaat om te zien hoe het er in andere landen aan toe gaat: in Spanje werden poppenspelers vervolgd omdat ze een satire brachten op de Baskische afscheidingsbeweging ETA.”

Amnesty herhaalt ook zijn oproep om het al langer aangekondigde mensenrechteninstituut nu eindelijk vorm te geven. Dat instituut moet de opdracht krijgen om de impact van het beleid op de mensenrechten te waarborgen. “Ons rapport bevat veel aanbevelingen die mensenrechten en veiligheid met elkaar helpen combineren.”

Volgens Amnesty is het huidige beleid niet nodig om terrorisme te voorkomen. “Veiligheid en mensenrechten hoeven elkaar niet uit te sluiten”, zegt De Graeve. “Een terroristische aanslag, met burgers als doelwit, is evenzeer een aanslag op de mensenrechten. Maar we kunnen ons daartegen ook wapenen zonder fundamentele vrijheden en mensenrechten in te perken. Een sterk veiligheidsapparaat, gestoeld op goed politie- en inlichtingenwerk, is waar wij voorstander van zijn.”

Het volledige rapport (pdf)

Meer lezen

Lees ook