Francken wil smartphones asielzoekers doorzoeken

Staatssecretaris voor Asiel en Migratie Theo Francken (N-VA) wil zijn administratie meer mogelijkheden geven om de smartphone, de laptop, de USB-sticks, de geheugenkaartjes en zelfs de privé-informatie van de asielzoekers op Facebook te doorzoeken. Dat staat in zijn wetsontwerp dat deel uitmaakt van de nieuwe asielwet. De teksten kregen eerder groen licht in de bevoegde Kamercommissie. Maar In een ondubbelzinnig advies verzet de Privacycommissie zich nu tegen dat plan. In principe kunnen de asielzoekers nog altijd weigeren om hun privé-informatie prijs te geven. Maar volgens de Privacycommissie zet het wetsontwerp van Francken hen op een subtiele manier het mes op de keel. Eerder had ook het Hoog Commissariaat voor de Vluchtelingen van de VN al gepleit voor minder intrusieve maatregelen.

Als de administratie vermoedt dat asielzoekers informatie achterhouden, zouden ze hen in de toekomst expliciet “kunnen uitnodigen om onverwijld alle elementen, wat hun drager ook is, voor te leggen”. Een weigering kan dan gezien worden als het verbreken van de medewerkingsplicht. Het onmiddellijke gevolg is dat hun kans om officieel erkend te worden als vluchteling verkleint. “Er kan moeilijk worden aangenomen dat de asielzoeker in die omstandigheden zijn of haar toestemming echt “vrij” zal verstrekken”, zo verwerpt de Privacycommissie die praktijk. “Dit zal door asielzoekers al snel als een gebod of verplichting worden beschouwd.”

Nog flagranter, volgens de Privacycommissie, is de complete afwezigheid van waarborgen tegen arbitraire maatregelen en beslissingen. De commissie maakt de vergelijking met de politie-inspecteurs die wél heel strikte regels moeten volgen als ze willen inbreken in een smartphone of laptop van een gewone Belg. Logisch, “want het gaat om een verregaande inbreuk op het privé-leven”. De Privacycommissie merkt ook op dat Francken het naliet om een advies te vragen, “ook al is wettelijk heel duidelijk bepaald dat je zo’n advies moet vragen als het wetsontwerp de privacy mogelijk in het gedrang brengt”.

— bron: De Standaard