Steeds meer bedrijven controleren werknemers met camera’s

Volgens NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws is camerabewaking op de arbeidsplaats een normale zaak en nuttig om diefstal door werknemers te beteugelen. Twee bedenkingen daarbij, maar eerst het oorspronkelijk bericht.

Het aantal aanvragen voor het plaatsen van camera’s op de werkvloer is in 2017 met 7,2 procent toegenomen. In totaal werden er, volgens cijfers van de Gegevensbeschermingsautoriteit, dat jaar 1.129 aanvragen ingediend. In 2007 ging het nog om 55 aanvragen. Volgens zelfstandigenorganisatie NSZ willen bedrijven met de camera’s vooral diefstallen door het eigen personeel tegengaan. Nog volgens de zelfstandigenorganisatie zouden vier op de tien diefstallen in een handelszaak het werk van eigen medewerkers zijn. Winkeldiefstal door klanten bedraagt 50 procent. Voor NSZ-voorzitter Christine Mattheeuws is “camerabewaking op de arbeidsplaats ondertussen een normale zaak geworden, die in de meest uiteenlopende sectoren gebruikt wordt. Ze hangen niet alleen in winkels maar ook in horecazaken, banken, garages en praktijkruimtes van vrije beroepen.” — bron: Het Laatste Nieuws

Toch twee bedenkingen. Eentje bij de cijfers. Als 40 procent van de diefstallen gebeurt door personeel en 50 procent door klanten, waar gaat dan die overige tien procent naartoe? Misschien naar de bedrijfsleider? Misschien moeten ze daar dan eens een paar camera’s op richten. Diefstal door de top of het management van een bedrijf zou voor dat bedrijf wel eens vele malen schadelijker kunnen zijn dan diefstal door personeel of klanten.

Maar wellicht is het voor dat management en co nog geen “normale zaak geworden” dat hun doen en laten door camera’s gevolgd wordt? Dat is namelijk onze tweede bedenking. Er is een wereld van verschil tussen camerabewaking die een normale zaak zou geworden zijn (dixit de NSZ-voorzitter) en werknemers die het gevoel hebben dat protesteren tegen de plaatsing zinloos is of die uit schrik niets durven inbrengen. Protesteren zou immers wel eens als verdacht (“heb je misschien iets te verbergen?”) geïnterpreteerd kunnen worden.

We weten allemaal hoe de machtsverhoudingen in een bedrijf en zeker in een kleine of middelgrote onderneming liggen. Dwarsliggers of kritische stemmen worden daar veel makkelijker de mond gesnoerd. Het is niet onlogisch dat veel werknemers daarom liever zwijgen. Maar dat betekent nog niet dat ze het de normaalste zaak van de wereld vinden dat ze tijdens hun werk voortdurend bespied worden. Of zou de NSZ-voorzitter het zo leuk vinden als er permanent een camera op haar bureau gericht staat?