‘Pipigate’ opent een uiterst belangrijk debat over ons wegsmeltend recht op privacy

“De ‘pipigate’ van minister Van Quickenborne (…) opent een uiterst belangrijk debat over ons wegsmeltend recht op een privaat leven. Als Van Quickenborne uit deze netelige kwestie de les trekt dat zeker voor een liberaal bescherming van de privacy een kernwaarde hoort te zijn, dan zal ‘pipigate’ een erg nuttig schandaal(tje) geweest zijn.”

Natuurlijk is het verhaal van de drie tegen een combi plassende vrienden van minister Van Quickenborne niets meer dan een fait divers, opgeklopt door het conflict met de politiebonden en door de machtsspelletjes van politieke tegenstrevers die hieruit politiek garen denken te spinnen. Eigenlijk is het allemaal te belachelijk om veel woorden aan vuil te maken. De enige relevantie die hierin te ontdekken valt, wordt door Bart Eeckhout in De Morgen mooi geduid. En niets dat u belet om ook even te gniffelen bij de ironie van een minister die graag schermt met de dooddoener dat “wie niets te verbergen heeft, ook niets te vrezen heeft” maar nu gepakt wordt met gelekte camerabeelden van een privé-feestje.

link‘Pipigate’ kon enkel een schandaal worden doordat de politie over camerabeelden beschikt die ergens circuleren en dreigen uit te lekken. Dit is exact het risico waarvoor menig privacy-expert gewaarschuwd heeft. De overvloed aan cameracontrole in het openbare domein breekt niet alleen in op het privéleven, hij maakt ook machtsmisbruik mogelijk met chantage, manipulatie en repressie.

Het is van een uiterst bittere ironie dat uitgerekend Vincent Van Quickenborne in deze zaak verstrikt is geraakt. Van Quickenborne (…) werd gaandeweg een almaar groter aanhanger van controle en repressie, met name door veralgemeend cameratoezicht in de straten. Nu loopt de minister zelf tegen de limieten van zijn motto ‘Wie niets te verbergen heeft, heeft niets te vrezen’. Want hij zegt dan wel dat hij zelf niets mispeuterd heeft en van niets wist, maar de beelden kunnen zo gemonteerd en geïnterpreteerd worden dat daar sterk aan getwijfeld kan worden.

Bovendien blijkt de staat, als beheerder van die cameraschilden, te bestaan uit mensen die blijkbaar de verleiding niet kunnen weerstaan om de geoogste beelden te misbruiken voor chantage en persoonlijke afrekening. Als dat een minister kan overkomen, montage en chantage, dan ook u en mij.

Dus neen, de ‘pipigate’ van minister Van Quickenborne is niet zomaar een fait divers. Het opent een uiterst belangrijk debat over ons wegsmeltend recht op een privaat leven. Als Van Quickenborne uit deze netelige kwestie de les trekt dat zeker voor een liberaal bescherming van de privacy een kernwaarde hoort te zijn, dan zal ‘pipigate’ een erg nuttig schandaal(tje) geweest zijn.

Toegegeven, politici die lessen trekken, het zou wel eens ijdele hoop kunnen zijn. Maar het is duidelijk dat het voorval nog maar eens toont waar de pensée unique rond camerabewaking toe leidt. Steeds meer camerabewaking is geen goede zaak. Integendeel.

Waarom de ‘pipigate’ met minister Van Quickenborne niet zomaar een fait divers is