Privacy is geen absoluut recht, maar wel een noodzaak

[ Origineel @ Bits of Freedom ]

In de strijd tegen het coronavirus speelt technologie een grote rol. We zetten het in om de verspreiding van het virus te beperken en gebruiken technologie nog meer dan voorheen voor onderling contact. Tussen artsen en patiënten, docenten en leerlingen, tussen intieme partners, familieleden en collega’s. Welke technologie wordt ingezet en hoe het wordt ingezet, is van groot belang.

Technologie heeft al lang een belangrijke rol in ons dagelijkse leven en in onze maatschappij. Maar door de huidige crisis gebruiken we technologie nog meer en soms ook anders dan voorheen. Wij zien op dit moment minstens drie vraagstukken in deze crisis waarbij technologie en data een grote rol spelen.

Het eerste vraagstuk gaat over de wens van sommige overheden om het contact tussen mensen in kaart te brengen. Daarmee hopen ze de verspreiding van het virus te begrijpen, voorspellen en uiteindelijk te controleren. Dat zo’n soort maatregel op verschillende manieren kan worden uitgevoerd, liet het Massachusetts Institute of Technology zien. Zij maakte een analyse van verschillende “contact tracing”-methodes, met aandacht voor het voorkomen van onnodige inbreuken op onze privacy.

Lees het rapport “Apps Gone Rogue: Maintaining Personal Privacy in an Epidemic”

Het tweede vraagstuk is die van sociale onthouding. Kan technologie een rol spelen in ons helpen afstand tot elkaar te bewaren, en zo ja, hoe?

Het derde vraagstuk gaat juist over hoe we technologie kunnen gebruiken om in contact te blijven. Het is belangrijk dat we ook online veilig en privé kunnen communiceren. De integriteit en veiligheid van (nieuwe) online medische diensten, ons onderwijs-op-afstand, werkoverleg en intiem sociaal contact moeten worden beschermd. Wij geloven dat hierin gebruiksvriendelijke, open source, versleutelde en privacyvriendelijke diensten centraal moeten staan.

Elke maatregel is gevolg van een afweging

Ook Nederland zal de komende weken zonder twijfel nieuwe maatregelen introduceren. Elk van die maatregelen gaat gepaard met een inbreuk op onze vrijheden. Wanneer de overheid besluit dat mensen afstand tot elkaar moeten houden, dan is dat een grote inbreuk op onze vrijheid van beweging. Wanneer ze scholen sluit, dan is dat een inperking van het recht op onderwijs. Als de overheid in kaart probeert te brengen hoe het virus zich verspreidt, dan zal dat een inbreuk op onze privacy opleveren. En dat zal niet anders zijn wanneer de overheid aanvullende maatregelen neemt om de beweging van mensen te beperken.

Dat de overheid inbreuk maakt op onze vrijheden is niet nieuw. Het inperken van vrijheden kan een groter belang dienen dan het belang dat we met het recht op die vrijheid willen beschermen. Beleid is in die zin altijd een afweging van belangen. Als het goed is, doet het kabinet dat zorgvuldig en transparant.

De juiste maatregel op de juiste manier

Zo’n zorgvuldige afweging kan alleen als je de mogelijke maatregel in de grotere context beziet. Voordat de overheid een maatregel introduceert, moet ze aantonen dat die maatregel echt noodzakelijk is. En dat er geen minder ingrijpende alternatieven bestaan. Dat moet al helemaal als zo’n maatregel onze vrijheden inperkt. Dat begint met het maken van een nauwkeurige probleemomschrijving. Dat klinkt als een inkoppertje, maar het wordt wel degelijk soms overgeslagenBijvoorbeeld in de context van de bescherming van versleuteling. Lees: “Encryptie verzwakken is mensenlevens op het spel zetten”..

Met een heldere probleemomschrijving kan de overheid een goede inventarisatie maken van mogelijke maatregelen en hun voor- en nadelen. Ook moet ze er voor zorgen dat de inbreuk op onze vrijheden zo klein mogelijk blijft en schade wordt afgevangen. Daar hoort bij dat je niet langer ingrijpt dan nodig. Dat kan door er voor te zorgen dat de maatregel regelmatig wordt geëvalueerd. Dan wordt de vraag gesteld of de maatregel nog steeds noodzakelijk is. En of er ondertussen niet misschien betere manieren bestaan om hetzelfde te bereiken. Een maatregel zou, na evaluatie, alleen verlengd moeten worden als het parlement daarmee instemt. Een expliciete en bediscussieerde keuze dus, geen stilzwijgende verlenging.

Dit alles is in de context van het coronavirus niet anders. Wanneer we het hebben over maatregelen die ons recht op privacy (of elk ander recht) inperken, moeten alle relevante belangen zorgvuldig worden afgewogen. Privacyinbreuken gaan namelijk vaak gepaard met risico’s voor de democratische rechtsstaat en voor de veiligheid van mensen. Die risico’s mogen we ook (of: zeker) in tijden van crisis niet uit het oog verliezen.

Origineel @ Bits of Freedom