Geert Hoste over privacy: “Met alle mogelijke snelheden word ik ingehaald door de actualiteit”

“Prioritair zijn toch niet de economie en de dictatuur van het geld, maar in de eerste plaats de rechten die wij hebben als mens en hoe we als samenleving met elkaar moeten omgaan.”

De Morgen stelde stand-upcomedian Geert Hoste een reeks vragen gebaseerd op de ‘questionnaire’ van schrijver Marcel Proust. We pikken er het antwoord uit op de vraag “Wat is uw passie?”.

“Ik verdedig graag de mensenrechten en wil op een of andere manier altijd helpen.

Die passie voor mensenrechten is voor een stuk begonnen toen ik rechten studeerde, maar daarna vooral aangescherpt dankzij Amnesty International. In veel landen zaten cartoonisten en poppenspelers opgesloten omdat ze eens een grap over een heerser hadden gemaakt. En omdat ik zelf humor bracht over de drie K’s – mijn favoriete onderwerpen: Kapitaal, Kerk en Kroon, in een tijd waarin dat helemaal niet evident was – heeft Amnesty mij toen gevraagd om actie te voeren om de vrije meningsuiting te verdedigen. Inmiddels is dat 30 jaar geleden maar de mensenrechten zijn mijn stokpaardje gebleven. En nu op dit moment breek ik me vooral het hoofd over het acute vraagstuk van de privacy.

Naar aanleiding van mijn zestigste verjaardag had mijn uitgever gevraagd om een pamflet te schrijven over mensenrechten. Ik had al hele fragmenten over privacy klaar, maar met alle mogelijke snelheden word ik ingehaald door de actualiteit. Neem de situatie in China, waar ze je temperatuur opnemen als je een ruimte binnenkomt. Als je een vrouw bent weten ze of je vruchtbaar bent. Ze kunnen beslissen of je kinderen mag krijgen of niet, door je te isoleren of te bevruchten. Complexe materie, die ik nu on hold heb gezet om ze vanuit een andere hoek te bekijken.

Ik vind het trouwens bijzonder spijtig dat er in de groep experts die de exit uit de lockdown uitstippelen geen mensenrechtenprofessor zetelt. Prioritair zijn toch niet de economie en de dictatuur van het geld, maar in de eerste plaats de rechten die wij hebben als mens en hoe we als samenleving met elkaar moeten omgaan, en dat staat allemaal beschreven in de Universele Verklaring van 1948.”

 — bron: De Morgen