De kikker en de camera

Terwijl we op het annalist blog aan het rondkijken waren, stootten we op een interessante vergelijking.

Als je een kikker in een ketel heet water gooit, dan spring hij er meteen weer uit. Als je dezelfde kikker in een ketel met koud water zet en dat water langzaam opwarmt, dan blijft het dier gegarandeerd zitten. Zijn krachten nemen af en wanneer het water kookt, kan hij niet langer springen en is de kikker dood. Ook de privésfeer kan zoveel hitte niet verdragen. 

Het is inderdaad verleidelijk om -zoals op het annalist blog- de vergelijking te maken tussen de manier waarop de kikker reageert en de manier waarop wij reageren op allerlei inbreuken op onze privacy. Groot-Brittannië werd niet op één dag volgehangen met bewakingscamera’s. Toch hangen er ondertussen meer dan 4 miljoen camera’s. Dat gebeurde stap voor stap. Er kwamen steeds meer camera’s en elke nieuwe generatie werd ook steeds gesofisticeerder – tot en met de camera die je toespreekt als je uit de band springt. 

Je zou het veiligheidssurrealisme kunnen noemen, maar elke nieuwe camera ging vergezeld van hetzelfde verhaaltje over veiligheid en bescherming. En beetje bij beetje werden we eraan gewoon gemaakt. Waardoor veel mensen vandaag met moeite nog beseffen dat die camera’s er hangen. Of denken dat er al zoveel hangen, dat het toch geen zin meer heeft om te protesteren.

Dezelfde redenering gaat ook op voor andere inbreuken op ons private leven. Er worden hoogstzelden draconische maatregelen genoemen; nieuwe maatregelen worden met mondjesmaat ingevoerd. Maar ondertussen neemt de controlemaatschappij steeds vastere contouren aan. We worden inderdaad niet in een kokende ketel gegooid. Het water wordt langzaam opgewarmd. Tot we net als de kikker helemaal verlamd geraken en het straks te laat is om uit de ketel te springen?