Vanaf april 2019 vingerafdrukken op ID-kaart

Ondanks stevige kritiek van de Privacycommissie zet de federale regering door met de plannen om vingerafdrukken toe te voegen aan de elektronische identiteitskaart. Wie vanaf april 2019 een nieuwe identiteitskaart krijgt, zal zijn of haar vingerafdrukken moeten achterlaten. Die worden opgeslagen op de elektronische chip van de identiteitskaart. Een algemene databank met de vingerafdrukken van alle 11 miljoen Belgen – zoals minister van Binnenlandse Zaken Jan Jambon zich er een droomt – komt er dan weer niet.

Wat voorafging

Minister Jambon lanceerde  het voorstel voor een biometrische identiteitskaart (inclusief vingerafdrukken) in de nasleep van de aanslagen in Parijs (2015) en Brussel (2016). Hij haalde de mosterd onder meer uit Marokko. Het voorstel zorgde aanvankelijk voor onenigheid binnen de regering. Vooral Open Vld stelde zich vragen bij de impact op de privacy. “Zijn we plots allemaal terreurverdachten?”, vroeg vicepremier Alexander De Croo zich toen openlijk af. Maar op de superministerraad rond justitie en veiligheid in mei vorig jaar maakte de partij de zoveelste bocht van 180 graden in haar beloftes en overtuiging. Als compromis gingen de liberalen akkoord met de biometrische identiteitskaart, op voorwaarde dat er geen databank met de vingerafdrukken van alle 11 miljoen Belgen zou komen. Pijnlijk voor de partij en pijnlijk voor de Staatssecretaris voor Privacy die nog maar eens moet buigen. Maar vooral ook heel pijnlijk voor onze privacy.

Privacycommissie is tegen

De Privacycommissie gaf dit voorjaar nochtans een duidelijk negatief advies, waarbij ze de maatregel als “overmatig” en “niet conform de privacywet” bestempelde. “Het nemen van vingerafdrukken van de volledige bevolking is geen onschuldige maatregel op het gebied van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Het is een intrusieve maatregel”, schrijft de Privacycommissie in haar advies. Ze verweet de regering ook dat ze geen cijfers of andere gegevens aandraagt over bewezen gevallen van fraude, om zo de maatregel te rechtvaardigen.

Ook Matthias Dobbelaere-Welvaert van deJuristen toonde zich vorig jaar in Knack not amused over deze zoveelste aanslag op onze privacy. “Dergelijke maatregel zal weinig veranderen aan namaak en vervalsing, terwijl het onze privacy weer een beetje doet afbrokkelen”, schreef hij vorig jaar in een opiniebijdrage. Zijn conclusie:

“Het is een slecht idee omdat hiermee opnieuw elke burger in het vizier van de overheid komt. Het is een slecht idee omdat de maatregel weinig zal veranderen aan namaak en vervalsing, zonder centrale databank (waar ik helemaal niet voor pleit). Het is een slecht idee omdat met dergelijke maatregelen telkens opnieuw de inviduele privacy een beetje afbrokkelt.”

Een opstapje naar meer?

De vraag hierbij is natuurlijk wat de zinvolheid is van een dergelijke maatregel. Als de vingerafdruk enkel op de identiteitskaart wordt bijgehouden, zijn namaak en vervalsing alles behalve uit te sluiten. Het lijkt er daarom verdacht veel op dat deze maatregel een nauwelijks verdoken opstapje is naar de databank waar minister Jambon van droomt. De liberalen zijn voorlopig gesust en kunnen doen alsof ze iets uit de brand hebben gesleept. Maar ondertussen heeft elke burger zijn of haar vingerafdruk wel netjes afgegeven en is de stap naar een centrale databank ook heel wat kleiner geworden.