Camera’s in kinderdagverblijven zijn geen oplossing

De stedelijke kinderdagverblijven van de stad Antwerpen worden uitgerust met bewakingscamera’s om incidenten te ­registreren en – dixit de bevoegde schepen – om gemoedsrust moeten brengen. Tweemaal fout natuurlijk. Eén, omdat camerabewaking de problemen niet oplost. En twee, omdat camera’s veeleer het wantrouwen aanwakkeren dan gemoedsrust te brengen.

Zo stond het in verschillende kranten:

“De beslissing om alle stedelijke crèches in Antwerpen uit te rusten met camera’s dateert uit 2020. Al in vijf stedelijke crèches werden camera’s geïnstalleerd, het project wordt nu verder uitgerold. ‘We ­hopen dat zowel de ouders als de medewerkers een geruster gevoel krijgen als ze weten dat er beelden zijn’, zegt Nabilla Ait ­Daoud (N-VA), de Antwerpse schepen die bevoegd is voor kinderopvang. ‘Dat moet gemoedsrust brengen.’ (…) De camera’s moeten eventuele incidenten registreren, ‘zowel bij incidenten met kinderen als met werknemers zelf’, zegt Ait Daoud. ‘De camera’s hebben ook een ­audiofunctie, ­zodat we eventueel de geluidsopnames van een ­incident kunnen beluisteren.’” (De Standaard)

“Investeer in mensen, niet in camera’s.”

“Investeer in mensen, niet in camera’s.” Het was één van de duidelijkste reacties op het nieuws dat de kinderdagverblijven van de stad Antwerpen worden uitgerust met camera’s om incidenten te ­registreren. Het kostenplaatje van 725.000 euro lokte ook de bedenking uit dat we “wel kunnen investeren in camerabewaking, maar tegelijkertijd begeleiders in de kinderopvang laten verzuipen met acht of negen kinderen per volwassene”. Nochtans waren experts na de gebeurtenissen in kinderdagverblijf ’t Sloeberhuisje in Mariakerke, waarbij een baby wellicht ten gevolge van mishandeling overleden is, meer dan duidelijk. De manier waarop de kinderopvang in Vlaanderen nu georganiseerd is, houdt onvoldoende rekening met de noden van het kind. Een pijnpunt als de zogenaamde kind-begeleidersratio (die acht aanwezige kinderen per begeleider of zelfs achttien voor twee begeleiders) toelaat, is enkel op te lossen door te investeren in meer personeel. Voor een ander pijnpunt als het verhogen van de kwaliteit, dringt dan weer een betere opleiding en begeleiding zich op. Het zijn allemaal zaken waar camera’s geen antwoord op kunnen bieden.

Camera’s kunnen geen wanpraktijken voorkomen. Ze kunnen ze hoogstens registreren. Dat geldt overigens niet alleen voor kinderdagverblijven. Het lijkt wel of er een collectieve one track mind rondwaart die denkt dat er voor veel problemen in onze samenleving maar één oplossing is: camera’s plaatsen. Vanuit het oogpunt van beleidsmakers en andere verantwoordelijken is die piste wel te verklaren. Met het plaatsen van de camera’s kunnen ze de indruk wekken dat ze iets aan het probleem doen (quod non) en tegelijkertijd hoeven ze niet te investeren in een langetermijnoplossing. Maar het blijft pervers. Laat het ons nog eens herhalen: voor de sector van de kinderopvang betekent een oplossing dat er geïnvesteerd wordt in meer personeel, in een verbeterde opleiding en in een sterkere begeleiding. In die optiek is geld uitgeven aan camerabewaking louter weggesmeten geld.

En dat camerabewaking gemoedsrust zou brengen? Ook dat is een fabeltje. Camera’s kunnen enkel registreren, ze kunnen geen incidenten vermijden. Wat ze wel doen, is het wantrouwen aanwakkeren. De beelden bieden geen context of tonen geen beweegredenen. Dat kan enkel via een gesprek met de betrokkenen geduid worden en zoiets gebeurt altijd na de feiten. Dat het in ’t Sloeberhuisje in Mariakerke zo fout is kunnen lopen, heeft niets te maken met het ontbreken van camerabeelden. Daar liep het ook mis bij Kind & Gezin dat te weinig deed met de talrijke klachten, pas ingreep toen het al te laat was en zich vervolgens verstopte achter procedures. Pijnlijk omdat het impliceert dat het drama vermeden had kunnen worden. Ook zonder camerabewaking.