Laat de overheid niet in je whatsappberichten kijken

Het EU-voorstel om alle chatgesprekken door te lichten op zoek naar beelden van kindermisbruik is op zijn zachtst gezegd omstreden. Europa wil met het voorstel immers dat politiediensten de inhoud van onze berichten kunnen lezen, ook al zijn ze versleuteld. Onderzoeksexpert cybercrime Sofie Royer en expert cybersecurity en privacy Bart Preneel doen in een opiniebijdrage voor De Standaard haarfijn uit de doeken waarom hierdoor onze privacy en meer op het spel worden gezet.

linkLaat de overheid niet in je whatsappberichten kijken

Onze privacy staat onder druk. Hackers liggen constant op de loer om met onze gegevens aan de haal te gaan. Big tech verwerkt onze persoonsgegevens op grote schaal. Er stonden nog nooit zoveel camera’s in het openbaar. Verborgen bergplaatsen hebben in een voertuig is sinds kort een misdrijf, ook al treft de politie er geen drugs in aan. En nu ligt een politiek voorstel om onze privécommunicatie massaal te scannen opnieuw op de Europese onderhandelingstafel.

De overheid laat internetbedrijven nu al toe onze communicatie te doorzoeken op beelden van kindermisbruik. Het Europees Parlement heeft daarvoor onlangs een tijdelijke wet goedgekeurd. Maar dat volstaat kennelijk niet meer.

Communicatieapps als Whatsapp en Signal passen end-to-endversleuteling toe. De berichtjes gaan op slot bij de verzender en alleen de ontvanger heeft de sleutel. Zo kunnen ongewenste bezoekers, zoals hackers of spionnen, niet meelezen, maar kan de overheid ook geen beelden van kindermisbruik detecteren.

Als reactie daarop is Europese wetgeving in de maak die communicatieapps verplicht technologie in te bouwen die toelaat alle beelden te controleren voordat ze worden versleuteld en verstuurd. Zo wordt de bescherming via versleuteling sterk afgezwakt, wat net tot minder veiligheid leidt, ook voor onze kinderen. Zelfs als de technologie beperkt blijft tot de detectie van beelden van kindermisbruik, dan nog komt die erop neer dat alle beelden worden gescand om de mogelijk illegale eruit te halen. Doordat de technologie niet op punt staat, zullen de scanners waarschijnlijk miljoenen onschuldige burgers rapporteren terwijl handige criminelen ze toch weten te omzeilen.

Er zijn alternatieven

Er zijn niet alleen technische bezwaren. Ook juridisch gezien hapert het voorstel. Als de overheid onze privacy wil inperken, moet ze dat zo proportioneel mogelijk doen. Dat wil zeggen dat ze altijd moet nagaan of er minder verregaande alternatieven zijn. Die zijn er in dit geval wel degelijk. Politie en justitie hebben een arsenaal aan mogelijkheden om onderzoek te voeren, van inbeslagnames van gsm’s en zelfs servers over online infiltraties tot heimelijke informaticazoekingen of telefoontaps en binnenkort ook gezichtsherkenningstechnologie.

Na een grondige bespreking in het Europees Parlement werd het voorstel afgekeurd. Maar de Europese Commissie en een aantal lidstaten blijven het voorstel steeds weer op tafel leggen, telkens met kleine aanpassingen die de echte problemen niet wegnemen.

In een interview liet minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) verstaan dat de rechters wel zouden optreden als de wetgever te ver zou gaan met het voorstel. Wel, die Europese rechters waren al streng voor gelijkaardige surveillancemaatregelen. Rusland verplichtte telecombedrijven een achterpoortje in te bouwen om toegang te krijgen tot de communicatie van terrorismeverdachten. Het Europees Mensenrechtenhof vond dat Rusland zo de privacy schond. De versleuteling van privécommunicatie moet burgers en bedrijven beschermen tegen hacking en misbruik van vertrouwelijke informatie. Dat ook criminelen versleuteling kunnen misbruiken en zo strafonderzoeken bemoeilijken, overtuigt het Hof niet als argument om die versleuteling te omzeilen.

Onterechte fietsvergoeding
Het leed veroorzaakt door kindermisbruik en de verspreiding van beelden ervan is verschrikkelijk en we moeten uiteraard blijven zoeken naar oplossingen. Maar politici lijken zich blind te staren op een repressief optreden achteraf, namelijk wanneer de beelden al zijn gemaakt en verstuurd. De overheid moet net méér investeren in preventie. Ze moet erop toezien dat wachtlijsten voor therapie worden weggewerkt en dat mensen met een drang naar beelden van kindermisbruik bij hulpverleners terechtkunnen. Het onderwijs heeft de belang­rijke opdracht om jongeren mediawijs te maken en hen te wapenen tegen de gevaren van het internet.

Tot slot: zelfs wie bereid is zijn privacy op te offeren in de strijd tegen online beelden van kindermisbruik, moet bezorgd zijn over wat er nadien gebeurt. Het verleden leert dat zodra een technologie een plaats krijgt in de samenleving, de klok niet meer wordt teruggedraaid. ANPR-camera’s die ooit bedoeld waren om terroristen te klissen, worden nu gebruikt om werknemers te ontslaan die onterecht een fietsvergoeding claimden. Zo zal een scanner voor beelden van kindermisbruik ongetwijfeld uitgebreid worden naar beelden van andere, minder ernstige misdrijven. En minder democratische regimes binnen en buiten de EU kunnen met die scanners ook alle burgers opsporen die beelden of memes verspreiden die kritisch zijn voor de overheid.

Privacy heeft in onze samenleving een slecht imago. Onterecht, zonder privacy kan de democratische rechtsstaat niet bestaan. Politici en ook de nationale drugscommissaris schermden al met begrippen als “de privacylobby” om kritische stemmen in een slecht daglicht te plaatsen en hun argumenten in de kiem te smoren. Maar privacy is geen misdrijf. Het is een grondrecht waarvoor we onze nek moeten uitsteken, voordat er niets van over blijft.

Laat de overheid niet in je whatsappberichten kijken

1 REACTIE

Reacties zijn gesloten.