Van neoliberale smart city naar open source

Een beetje stad profileert zich vandaag maar al te graag als een slimme stad, of liever nog als een ‘smart city’. In het Engels klinkt het immers net nog wat hipper. Een ‘smart city’ komt er heel kort gezegd op neer dat een stad gebruik maakt van allerhande informatietechnologieën om de stad beter te besturen. Dat klinkt logisch en boeiend, maar aan de manier waarop het meestal wordt ingevuld, zit er ook een grote schaduwzijde vast. Om er maar twee te noemen: de risico’s op privacyschendingen en op monopolies van technologie-multinationals.

MO* toont in een uitgebreid artikel dat het ook anders kan. Onder meer met het voorbeeld van Barcelona en de navolging die dat model onder meer in Gent krijgt.

Traditionele voorbeelden van het gebruik van smart cities zijn het aanbrengen van sensoren op vuilnisbakken, zodat stadsdiensten onmiddellijk weten wanneer ze vol zijn, of het aanbieden van gratis WiFi op openbare plaatsen. Zo traceert Antwerpen bijvoorbeeld automatisch nummerplaten van auto’s die de stad binnenrijden en wil het bestuur slimme energie- en watermeters installeren die burgers toont hoe ze hun verbruik kunnen verminderen.

Toch krijgen steden die zo’n beleid voeren veel kritiek te verduren. Vaak wordt het top-down ingevoerd, met meer aandacht voor de technologie dan voor de noden van burgers. De markt van smart-city-diensten wordt bovendien sterk gecontroleerd door grote technologiebedrijven. Dat roept privacy-vragen op. Het is niet altijd duidelijk wat met data die stedelijke sensoren verzamelen, gebeurt. Soms wordt die zonder al te veel controle afgestaan aan private partners.

Technologische soevereiniteit

Voor 2015 was Barcelona een uithangbord van de neoliberale smart city. Pionier in het gebruik van IT-diensten met een smart city campus, die multinationals uitnodigden mee te werken aan pilootprojecten in Barcelona. Maar in de stad heerste bezorgdheid dat dit beleid weinig betekende voor burgers en de stad vooral internationaal promootte.

Na haar verkiezing in 2015 draaide burgemeester Ada Colau het beleid helemaal om. De stad heronderhandelde welke data ze weggeeft aan bedrijven en werkt samen met Amsterdam aan het DECODE project, om open-source tools te ontwikkelen zodat gebruikers opnieuw controle krijgen over hun data. Daarnaast is er Decidem, een digitaal platform voor burgerparticipatie en een anonieme mailbox voor klokkenluiders en werden aanbestedingsprocedures aangepast zodat kleine bedrijven meer kansen krijgen. Alles steunt zoveel mogelijk op open-source software.

Dit in teken van het concept van ‘technologische soevereiniteit’: dat er democratische controle moet komen over stedelijke technologie, met participatie van onder uit en data commons. Het concept smart city werd gepolitiseerd omdat er kritiek kwam op hoe lokale overheden bestuurstaken weggaven aan niet-democratische multinationals. Zo kwam een tegenbeweging op gang die nadenkt over hoe technologie op een inclusieve en democratische manier kan worden ontwikkeld en beheerd.

Van Barcelona naar Gent

Pieter-Jan Pauwels van Digipolis Gent: “In Gent heet het smart-city-beleid sinds vorig jaar The City of People. Een stad maak je niet alleen slim dankzij sensoren, maar ook door naar mensen te luisteren.” Zo werkt Gent aan een project rond de vermaatschappelijking van de zorg. “We starten vanuit een nood, zoals vereenzaming bij oudere mensen en kijken dan pas naar de technologie”, vertelt Pauwels. “Dat moet niet digitaal zijn. Dus als de oplossing voor het probleem looprekjes zouden zijn, so be it. Dan zetten we niet in op drones of augmented reality.”

Volgens Pauwels draaien smart cities minder om de technologie en meer om wat we ermee doen. “Het is niet alleen een technologisch verhaal, maar vooral een ethisch en strategisch verhaal. Hoe kijken wij er als stad naar en wat betekent het voor de burger? Mondiaal staat het vertrouwen in overheden op een laag pitje. Een smart-city-strategie kan dat tegenwerken of versterken.”

Onderzoeker Adrian Smith eindigt met een kanttekening bij het verhaal van Barcelona. “Het moet nog blijken in hoeverre de macht echt bij de burger komt en hoe de machtsrelaties veranderen op het terrein. Tot dan blijft wat Barcelona doet experimenteel en onzeker.” Maar het toont wel dat het wel degelijk anders kan en dat een slimme stad ook een ethisch verhaal kan (moet) zijn dat niet vertrekt vanuit de technologie maar vanuit de burgers.