Waarom ik de corona-app niet zal gebruiken

[ Origineel @ De Standaard ]

“Ik wil niet leven in een samenleving waar de positie van de antenne van je telefoon bepaalt wat je kan doen of laten. Ik wil mijn verantwoordelijkheid nemen. Ik wil ze niet uitbesteden.”

Fons Dewulf wil zijn oordeelsvermogen over zijn gezondheid niet vervangen door het blinde oordeel van een algoritme. Een ‘contact-tracing’-app is niet efficiënt, kan ongelijkheid creëren en discriminatie in de hand werken.

[ Opiniebijdrage van Fons Dewulf,  postdoctoraal FWO-onderzoeker vakgroep Wijs­begeerte en Moraalwetenschap (UGent) voor De Standaard ]

De overheid zal wellicht onder meer een ‘contact-tracing’-app gebruiken om de verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Maar het is onduidelijk of zo’n app dat voor elkaar kan krijgen. Er is nog geen enkel experiment beschikbaar dat de verspreiding van het virus kwantitatief vergelijkt tussen een populatie die de app gebruikt en een die ze niet gebruikt.

Momenteel ondersteunen alleen theoretische modellen de effectiviteit van de app. Zo’n model laat virtueel de tijd samenvallen tussen het vaststellen van een besmetting en het isoleren van mogelijke contacten. Als alle individuen in zo’n model de app correct gebruiken en zich ernaar gedragen, is het theoretische resultaat dat ze de verspreiding van het virus tegenwerkt. Maar tussen model en realiteit staan principes in de weg en praktische bezwaren.

Niet noodzakelijk

Laten we eerst kijken naar de praktische bezwaren. De corona-app creëert een grote ongelijkheid tussen mensen. Stel je even een gezin voor waarin beide ouders als winkelbediende werken en dus nog steeds veel contact hebben met mensen. Zij hebben veel meer kans om een waarschuwingsbericht te krijgen van een app dan ouders die kunnen telewerken. Wie zijn leven zo kan organiseren dat hij amper contact heeft met anderen, zal een gemakkelijker leven hebben onder het juk van de app.

Ook de maatregel die de app zal voorstellen als je in contact bent gekomen met een besmette persoon, kan ongelijkheid creëren. In het beste geval moet je een paar dagen thuis blijven en wachten tot je getest kan worden (als dat al praktisch mogelijk zou zijn). Als jij (en je partner) gemakkelijk thuis kunnen werken, ondervind je weinig hinder. Het gezin uit het voorbeeld hierboven zou niet kunnen telewerken. En wat als ze niet enkele dagen, maar twee weken in quarantaine moeten?

Bovendien is het oordeel van de app volstrekt blind: ze brengt alleen de afstand tussen de antennes van de telefoons in kaart. Dat is een probleem. De afstand tussen antennes is niet altijd representatief voor het gedrag dat besmetting veroorzaakt. Toch is het precies dat gedrag dat we moeten inperken. Momenteel is er geen informatie beschikbaar die aantoont dat het gebruik van de app een significant verschil maakt als de bevolking haar verantwoordelijkheid neemt en haar gedrag volledig aanpast om de kans op besmetting te minimaliseren (afstand houden, handen wassen, bij symptomen altijd thuis blijven). Waarom zetten we er dan op in?

De effectiviteit van de app steunt op de verantwoordelijkheidszin van de burgers en op de gezondheidszorg, die de besmetting moet detecteren. Maar dat zijn sowieso de hoekstenen van de strategie tegen de verspreiding van het virus. Het is niet noodzakelijk om een app in te voeren die, om echt efficiënt te zijn, grote ongelijkheid zal creëren. Ik zou er dan ook voor pleiten dat niet te doen, ook al is er een kans dat ze de verspreiding een beetje afremt.

Toegang tot restaurant

Ondanks die bezwaren kun je overwegen om de app toch een kans te geven. Maar ik trek hier een principiële grens: ik wil mijn oordeelsvermogen, over mijn gezondheid en mijn potentiële besmettelijkheid, niet vervangen door het blinde oordeel van een algoritme. Mijn verantwoordelijkheid als burger bestaat erin mijn potentiële besmettelijkheid te beperken. Ik wil daarvoor mijn gedrag drastisch aanpassen. Mijn telefoon biedt geen goeie representatie van de verantwoordelijkheid die ik daarover neem. Ik wil dus mijn telefoon niet laten gebruiken als vertegenwoordiger van die verantwoordelijkheid, ­zeker niet wanneer de bewijzen voor de efficiëntie zo zwak zijn.

Een app zou bovendien tot discriminatie kunnen leiden. Een restaurant zou bijvoorbeeld kunnen weigeren een klant toe te ­laten, omdat hij geen ‘groen scherm’ heeft of omdat hij de app niet gebruikt. De overheid zou die potentiële discriminatie moeten verbieden als ze de app invoert.

Ik wil niet leven in een samenleving waar de positie van de antenne van je telefoon bepaalt wat je kan doen of laten. Ik wil mijn verantwoordelijkheid nemen. Ik wil ze niet uitbesteden.

[ Origineel @ De Standaard ]