Werknemers Renewi leggen werk neer wegens verborgen camera

Werknemers van afvalverwerkend bedrijf Renewi in Houthalen-Helchteren hebben het werk neergelegd omdat in een van de vrachtwagencabines een camera werd geïnstalleerd zonder dat het personeel op de hoogte was. Volgens de directie is de spionagecamera geplaatst in het kader van een integriteitsonderzoek naar één werknemer. Nochtans zegt de collectieve arbeidsovereenkomst dat elke camera-installatie op de ondernemingsraad ­besproken moet worden, en dat was in dit geval niet gebeurd. Volgens Renewi was dat in dit specifieke geval niet nodig, vanwege de Antigoon-rechtspraak.

linkEen verklaring die nergens op slaat, zegt privacy-expert Matthias Dobbelaere-Welvaert in De Standaard. “Camera’s op de werkvloer mogen in principe alleen in gemeenschappelijke ruimtes, zoals de cafetaria of de ­inkomhal, geïnstalleerd worden. Maar niet op iemands bureau of het toilet bijvoorbeeld. In enkele specifieke gevallen, zoals het vermoeden van diefstal, mag het wel. Maar slechts tijdelijk, en de directie moet de werknemer meedelen dat ze hem een tijdje in de gaten zullen houden en op welke manier.” De Antigoon-rechtspraak heeft daar volgens de expert niets mee te maken. ‘Dat is een term uit het strafrecht die bijvoorbeeld ­gebruikt kan worden wanneer politie op onrechtmatige wijze bewijsmateriaal verzamelt, zoals door een telefoontap. Op basis van de Antigoon-rechtspraak kan de rechter dan beslissen om het bewijs wel te laten gelden. Maar een werkgever kan zich daarop niet beroepen om zomaar camera’s te plaatsen.”

Ook De Tijd legt nog eens uit wat de regels zijn voor bedrijven die gebruik willen maken van bewakingscamera’s.

link“De algemene regel is dat bedrijven daarvoor een aanvraag moeten doen bij de Gegevensbeschermingsautoriteit, voorheen de Privacycommissie. Dan moet ook een doel vooropgesteld worden. Het kan gaan om de controle van veiligheid en gezondheid, de bescherming van goederen van de onderneming, de controle van het productieproces en de controle van het werk van de werknemer.

Voor de eerste drie doeleinden mag de camerabewaking permanent zijn, op voorwaarde dat de controle van het productieproces op de machines slaat. Voor controle op het werk van de werknemer mag camerabewaking alleen tijdelijk. Als de camera’s geplaatst worden, moet er ook een duidelijke communicatie zijn over het doel van de bewaking en de plaatsen waar de camera’s worden gehangen. De onderneming moet de ondernemingsraad daarvan op de hoogte brengen vooraleer de bewakingscamera’s operationeel worden.

Betekent dat dan dat geheime camera’s uit den boze zijn? Niet met­een, volgens Jan Hofkens, advocaat bij Lydian, in De Tijd.

link“De cao van juni 1998 laat de deur op een kier. In de cao staat dat bij geheime camerabewaking de bepalingen van het strafwetboek gelden. Geheime opnames mogen als er duidelijke aanwijzingen zijn dat een van de werknemers fraudeert, steelt of andere inbreuken pleegt. Als er bijvoorbeeld aanwijzingen zijn dat een winkelbediende op regelmatige tijdstippen geld uit de kassa steelt, dan kan een werkgever heel gericht en tijdelijk gebruikmaken van een geheime camera. De voorwaarde is wel altijd dat er een aanleiding is, en dat het gebruik van de camera proportioneel is.

De werkgever moet er ook op toezien dat de privacy van andere werknemers niet geschonden wordt. Bovendien moet het potentiële gebruik van geheime camera’s in principe vooraf aan de werknemers worden meegedeeld. Dat potentiële gebruik kan bijvoorbeeld opgenomen zijn in het arbeidsreglement, Toch hoeft het ontbreken ervan nog niet te betekenen dat het bewijsmateriaal ongeldig verklaard zal worden. De rechtspraak is de voorbije jaren sterk geëvolueerd. De rechter kan oordelen dat de inbreuk op de privacy minder sterk doorweegt dan de inbreuken die de werknemer heeft begaan. In dat geval zal het bewijsmateriaal zeker gebruikt worden.”

De directie van Renewi heeft ondertussen ­laten weten dat het om een ­eenmalig voorval gaat en dat het niet opnieuw zal gebeuren. Vraag is of dat voor de werknemers ­voldoende zal zijn.

Bron: De Standaard / De Tijd